Analyse van een wereldpartij

seizoen 1999/2000 nr. 2
stap terug
Stegeman plaatst zijn knuisten onder de kin en duikt weg onder z'n weelderige haardos. Opponent Bons tikkelt bedachtzaam met zijn lange, leptosome vingers tegen de kast van de klok. Rusch kijkt af en toe steels over zijn eigen bord richting het duel der giganten. Bron ijsbeert parmantig door de zaal, bril op het voorhoofd, riem nog op het etenshaakje.

De spanning op het podium achter in de zaal is te snijden. Speelt Bons getruct over de vleugels of penetreert hij, als vanouds, dwars door het midden? Pareert Stegeman elke aanval met een ijzingwekkend blok? Novkovic neemt polshoogte, Onijs verschikt zijn stukken en zichzelf na elke zet, Stevens en Panman projecteren de wereldstelling op hun eigen bord, Hovinga leunt euforistisch op zijn tweede winst, Knegjens kan het allemaal nauwelijks geloven.

Groenenberg trekt zich nergens wat van aan, Bokdam likt zijn wonden, Weijn steekt zijn licht op en Klomp is intelectueel solidair met de meest vermetele stelling.


Willem Stegeman in de problemen

De zwarte torens van Stegeman komen onder druk. Bons pielt een pion naar de achterlijn. Slaan kost een toren. Dekking met zwaar geschut. Groeiende dreiging op een klein speelveld. Koninginnen buigen hoofs in de frontlinie, lopers schermen cruciale velden af. Koningen zoeken een veilig heenkomen. Bons wikt en beschikt. Hij verdubbelt zijn dekking in de zone en staat op. Stoel iets naar achteren, handen even op tafel en dan daalt de volle twee meter atletisch het trapje af. Handen in de zakken, ontspannend kuierend langs de mat ogende borden van andere clubschakers.
Stegeman verbijt zich. Z'n priemende blauwe ogen maken de partij bijna transparant. Wie durft af te ruilen met een pion achterstand? Immobiele dekking, ontsnappingsroutes met ingesloten attacedent. Het spookt in zijn hoofd. Hoe lang blijft hij nog aan kop? Bons klapt zich zelf tot zit en veinst nerveusiteit. Hij weet al zeven zetten dat de winst hem niet meer kan ontgaan. De aanstaande clubkampioen toont zijn ware gezicht in zijn eigen tijd.

Dick Panman


Gerard Bons kijkt tevreden op