De opening

Nu zijn we al een paar maanden bezig met de schaakrubriek en nu pas de schaakopening. Dat heeft uiteraard te maken met de vele mogelijkheden van de eerste zetten.

Als je verstandig bent en je speelt met wit, begin dan steeds met dezelfde openingszet b.v. e2-e4 of d2-d4.Je kunt je natuurlijk ook bekwamen in f2-f4 of c2-c4, het maakt in feite niet uit waarmee je begint, als je dezelfde zet maar altijd aanhoudt. Laat de variaties maar over aan de meesters of grootmeesters van het schaken. Met dezelfde opening wordt het al moeilijk genoeg, want je moet maar afwachten wat het antwoord van zwart is.

De eerste 8 tot 10 zetten bij het schaakspel behoren tot de openingen. Bijna alle openingen hebben een naam. Meestal de naam van een plaats of land waar de eerste opening of bekende opening is gespeeld. Maar ook de naam van een speler is vaak de naam voor de eerste zetten. De meest bekende en ook de meest gespeelde openingen zijn; Italiaans, Spaans, Siciliaans, Schots, Engels, Russisch en nog veel openingen met namen van spelers en plaatsnamen, waar de openingen van bekend zijn.

De eerst komende weken bespreken we een aantal van deze openingen en kijken we naar de valkuilen bij de eerste zetten. De Italiaanse opening is de meest gespeelde opening. We noteren de korte versie, dus waar het stuk geplaatst wordt.
1. e4; e5
2. Pf3; Pc6
3. Lc4; Lc5 tot zover de Italiaanse opening.
1e variatie:
4. c3; Pf6
5. d4; exd4
6. cxd4; Lb6
7. d5; Pa5 en deze zet is voor zwart niet goed.
8. Ld3; d6?
9. b4 het paard kan niet meer weg en wordt geslagen.
In bijna alle gevallen is het niet goed het paard naar een zijlijn te spelen.