Notulen van de jaarvergadering gehouden op
19 Februari 1951 des avonds 8.30 uur
in café "de Kroon" te Twello.

Aanwezig zijn van het Bestuur: de heren L.A. Schaap, A.T. Muller en D.J. Dommerholt. Van de leden zijn aanwezig: de heren Jonker, Kok, de Vries, Velders, de Haas, Nagtegaal, Boog, Booy en Dijkhuis.

Punt 1. De voorzitter opent de vergadering en heet alle leden welkom.

Punt 2. De notulen van de jaarvergadering van 23 Januari 1950 worden door de secretaris voorgelezen en onveranderlijk goedgekeurd.

Punt 3. Het jaarverslag van 1950 wordt door de secretaris voorgelezen. Na lezing wordt door de heer de Vries opgemerkt, dat leden bedanken zonder opgaaf van reden. De heer Velders merkt de teruggang van het aantal leden op. Wanneer geen der leden nog het woordt verlangt over het jaarverslag wordt dit voor kennisgeving aangenomen en dankt de voorzitter de secretaris voor het maken en lezen van dit verslag.

Punt 4. Bij monde van de heer Kok wordt rapport uitgebracht betreffende nazien van kas en boeken van de penningmeester. Alles was keurig in orde bevonden, waarmee voorgesteld wordt de penningmeester te déchargeren.

Punt 5. Het financieel verslag wordt door de penningmeester voorgelezen. Geen der leden wenst hierover het woord, waarmee de penningmeester, onder dankzegging voor het werk door hem gedaan, wordt gedéchargeerd.

Punt 6. Bestuursverkiezingen Aan de beurt van aftreden is de secretaris, die zich niet herkiesbaar stelt en de penningmeester, welke zich wel herkiesbaar stelt en daarom ook met algemene stemmen wordt herbenoemd. In de plaats van de heer Muller wordt gekozen tot secretaris de heer Dijkhuis met elf stemmen, terwijl op de heer Velders 1 stem wordt uitgebracht. De herkozen penningmeester en de gekozen secretaris nemen beide de her- en benoeming aan.

Punt 7. De voorzitter begint te zeggen dat de lopende competitie een fiasco is geworden, die z'n oorzaak vindt in de slechte opkomst van de leden. Vaak zijn 5 à 6 leden aanwezig, zodat deze competitie toch niet uitgespeeld wordt en stelt daarom voor de competitie af te sluiten. De voorzitter stelt daarna voor een zomercompetitie te beginnen in een enkele ronde. Hij hoopt dat er meer leven in onze schaakclub komt, zodat deze competitie wel uitgespeeld wordt.

De heer de Vries geeft de reden op waarom hij zo weinig de clubavonden bezoekt. In verband met z'n ziekte kan hij niet tegen de rook. Verder merkt hij op, dat hij liever zou zien dat de schaakclub 10 leden had, die kwamen als 20 leden die nooit of zelden komen. Van de zomercompetitie komt niets terecht. De heer Nagtegaal stelt voor huisbezoeken af te leggen bij leden die niet op de clubavonden komen.


Noot: doordat zelden of nooit de competitie werd uitgespeeld, was er ook geen winnaar. Een clubkampioen werd tot dusver in de notulen of jaarverslagen niet genoemd.


Een kampioensbeker werd nog niet vergeven!

De heer Jonker merkt op dat er een inzinking is gekomen. De nood is in de pot. Ook bij andere verenigingen is het niet rooskleurig. De heer Kok wenst van de schaakclub een sociëteit te maken met alle geneugten die er aan verbonden zijn. Het clubverband wordt daardoor verhoogd.

De heer Jonker wil een prijsje aan de competitie verbinden. De heer de Vries oppert het idee, om dan in twee afdelingen te spelen. De heer Jonker gaat nog verder door allemaal een prijsje toe te kennen. De heer de Vries stelt voor dat de leden ieder zelf een kleinigheid geven. De heer Nagtegaal zegt de kas moet het betalen. De heer Velders zegt dat het bestuur dit maar uit moet zoeken.

De voorzitter beantwoordt de sprekers en zegt dat hij het zich van de heer de Vries best kan begrijpen dat deze op de clubavond wegblijft wanneer zijn gezondheid daardoor benadeeld wordt. Desnoods zullen de leden bereid zijn om U thuis te bezoeken.

Voor de suggestie van de heer Nagtegaal voelt de voorzitter niet zo veel. Men kan de leden niet naar de club sleuren. Hij is het volmaakt met de heer Jonker eens dat de nood in de pot is en dat de leden zelf persoonlijk weer nieuw leven in de club moeten blazen. Ook voor de suggestie van de heer Kok voelt de voorzitter persoonlijk niet. Het is een schaakclub waar men komt om te schaken en niet om de gezelligheid met een borreltje zoals de heer Kok het bedoelt, alhoewel het eerste het laatste niet hoeft uit te sluiten. Voor het idee van de heer Jonker en de Vries voelt de voorzitter wel en is bereid dit met de mede-bestuursleden te bespreken.

Besloten wordt een zomercompetitie te houden met twee afdelingen. Het voorstel Velders wordt eveneens aanvaard.

Wat het meespelen in de OSBO-competitie betreft wordt medegedeeld dat, in verband met het steeds teruglopen van het ledental, in de loop van het jaar alsnog weer zal worden besproken.

De voorzitter stelt voor weer een gongwedstrijd te organiseren en de Maandag daarop met de zomercompetitie te beginnen. Na enig heen en weer gepraat wordt besloten de gongwedstrijd te houden op 5 Maart 1951. De voorzitter stelt dan voor de zomercompetitie te doen aanvangen op 26 Februari 1951. Aldus besloten.

Voor de gongwedstrijd zullen voor de leden enige prijsjes beschikbaar worden gesteld, terwijl ook op kosten van de verenigingskas enige dingen zullen worden gekocht. In het najaar zal geprobeerd worden de heer de Feijter te laten komen voor het spelen van een simultaan-seance. Dit wordt aan het bestuur overgelaten.

Punt 8. De heer Jonker vraagt of het materiaal van onze club tegen brand verzekerd is. De voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is. Besloten wordt om de heer Nagtegaal op te dragen hiervoor te zorgen.

Punt 9. De voorzitter dankt de vergadering voor de prettige wijze, waarop deze vergadering is gehouden en hij spreekt de hoop uit, dat de leden trouw de clubavonden bezoeken tot meerdere bloei van onze vereniging. Laten wij allen propaganda maken in eigen kring. Dit zal onze vereniging ten goede komen. Met deze woorden sluit de voorzitter deze jaarvergadering.


Dijkhuis, secr.


Gepubliceerd op www.twelloseschaakclub.nl: 23 november 2011.